FC Brakel : vergane glorie
Er is een tijd van komen en gaan. Dit is ook van toepassing op alles wat met het voetbal te maken heeft. Een voetbalclub ziet het daglicht maar kan tijdens de loop van zijn bestaan in een neerwaartse spiraal van problemen terechtkomen. Er ontstaan perikelen in het bestuursapparaat of er ontwikkelen zich financiële problemen. Of het wordt soms moeilijker om vrijwilligers, jeugdspelers en sponsors te recruteren. De club kan zo in een calvarietocht terecht komen die in sommige gevallen uitmondt in de ondergang van de vereniging. Verschillende teloor gegane voetbalploegen konden tijdens hun bestaan echter bogen op een aantal roemrijke voetbaljaren.
Zo ook FC Brakel, een voetbalclub die actief was in de gemeente Brakel, deelgemeente Nederbrakel, gelegen in het zuiden van de provincie Oost-Vlaanderen. Brakel situeert zich in een vijfhoek gevormd door de steden Oudenaarde, Zottegem, Geraardsbergen, Ronse en Ninove.
FC Brakel was vele jaren het sportieve uitgangsbord van de gemeente Nederbrakel, later Brakel. De club beleefde gloriedagen en vervulde gedurende verschillende jaren van zijn bestaan een toonaangevende rol in het Oost-Vlaamse voetbalgebeuren.
De gradins van FC Brakel achter het bovenste doel, overgeleverd aan de natuur (foto anno 2018).
Zoals bij elke vereniging waren er bij FC Brakel goede en slechte tijden, was er wel en wee. Onvergetelijke momenten waren er bij promoties naar een hogere reeks, er waren de zwarte bladzijden bij degradaties. Er ontstonden bestuursperikelen en spelersrebellie. Er was het ontslag van trainers. Er diende uitgekeken te worden naar een ander voetbalplein.
Na de gouden jaren in de tweede helft van de jaren 70 en de eerste helft van de jaren 80 braken er voor FC Brakel bewogen tijden aan. Na de laatste degradatie uit de Eerste provinciale zou de club gestaag achteruitgaan en veel moeten prijsgeven. Toch liet de club nog verscheidene keren kenmerken van heropleving optekenen. Van een terugkeer naar de hoogste provinciale reeks was geen sprake meer, integendeel de roodzwarten zouden een tijd liften tussen Tweede en Derde provinciale en later zelfs twee maal in de Vierde provinciale verzeild geraken. De club slaagde er niet meer in om het tij te keren en werd langzaam de schim van hetgeen ze was tijdens de schitterende dagen van weleer. FC Brakel was veroordeeld om een lange lijdensweg af te leggen. Steeds meer perikelen staken de kop op en bewerkstelligden een steeds verdere neergang. Nieuwe plannen faalden, de grote spelers bleven weg, de clubkas kon niet meer gespijsd worden want de geldbronnen droogden op, de jeugdwerking liep terug en werd uiteindelijk opgegeven, vrijwilligers bleven weg, de vele oudere getrouwe supporters en sympathisanten van weleer verdwenen door ziekte, ouderdom en overlijden. Er kwam geen verjonging en men evolueerde niet voldoende mee met de moderne tijden. Als club zit je dan in een vicieuze cirkel. Als de jeugd niet meer komt, zijn er na verloop van tijd ook geen ouderen meer. De sportieve resultaten verslechteren en er komen dan steeds minder mensen naar de wedstrijd kijken. Het eens zo gezellige sportcomplex en clubhuis aan de Watermolenstraat werden alsmaar minder aantrekkelijk. Enkel een club waar iets gebeurt, trekt volk. Mensen behoren immers graag tot een club die in een positieve beweging is, waar sfeer en enthousiasme is. FC Brakel geraakte dat allemaal een beetje kwijt en kreeg het steeds moelijker. De club miste de bezielende, de drijvende en de samenwerkende krachten uit zijn aanvangsjaren en zijn latere glorieperiode. Het gestroomlijnd bestuursapparaat van weleer vormde dan ook jarenlang de quasi onverwoestbare ruggengraat van de club. Bij gebrek aan geëngageerde mensen en broodnodige sponsors werd het rechthouden van de club dan ook een waar huzarenstuk. De kroniek van een aangekondigd afscheid.
Na afloop van het seizoen 2000-2001 beleefde de club zijn absoluut dieptepunt en degradeerde naar Vierde provinciale. Een jaar later bestond de club 60 jaar. Reden tot vieren was er niet want FC Brakel belandde op de allerlaatste plaats in de Vierde provinciale. De club was verworden tot een bijzonder flauw afkooksel van de te duchten ploeg uit de betere tijden. FC Brakel zou nog eens recht krabbelen en terugkeren naar Derde provinciale om vervolgens opnieuw te zakken naar de Vierde provinciale. Nog éénmaal kwam er een heropleving en wist FC Brakel zijn plaats in Derde provinciale te herwinnen na het seizoen 2007-2008. Enkele jaren later namen financiële en bestuurlijke perikelen zodanig de bovenhand, dat het einde van het bestaan in zicht kwam. Eind juni 2011 werd FC Brakel door de voetbalbond definitief van de bondslijsten geschrapt.
De gradins van FC Brakel langs de zijkant van het terrein, ingepalmd door onkruid, struiken en boompjes (foto anno 2018).
De voetbalpleinen achter de watermolen liggen er anno 2018 een beetje verweesd bij. De schitterende tijden van weleer beginnen in het collectief geheugen te vervagen. Dit is al grotendeels gebeurd voor wat betreft de vroegere voetballocatie aan de Koningsbronnen. Aan de ingangspoort aan de watermolen staan de loketten er met afgebladerd muren bij. Het dak heeft er een lange tijd ingestort bijgelegen maar werd toch nog door iemand gerepareerd. Als je de ingangsweg naar beneden wandelt, dan is de aanblik, voor diegene die het vroeger hebben gekend, nog grotendeels dezelfde. Het hoofdvoetbalplein ligt er mooi onderhouden bij, maar is nu volgebouwd met toestellen die dienst doen als actieterrein voor honden die er worden getraind. In de doelen wordt er al lang niet meer gescoord. De vele reclameborden op de betonplaten rond het terrein, op de metalen constructies achter het bovenste doel en achter de gradins, behoren al lang tot het grijze verleden. In de bovenste hoek van het veld staat, daar waar de cornervlag zijn plaats had, een heuse uitgegroeide boom. De andere terreinen dienen als hooiweiden voor de landbouw en als weiden om er paarden op te laten grazen. De doelen zijn daar al verwijderd. De FC Brakel-kantine wordt nu uitgebaat door de leden van de hondenclub. Jarenlang was het clubhuis van FC Brakel de plaats van de zoete inval, waar sfeer en gezelligheid troef waren. Er waren de vele kaartavonden, de mosselfestijnen, de kaas-en wijnavonden, de barbecues met de reuzetent op het terrein en de vele andere feestelijkheden.
De “bidonville”, alhoewel volledig bruin van de roest, houdt nog steeds stand. Zijn taak als bewaarplaats van de ballen, de netten en al het andere voetbalmateriaal, is hij al een tijdje kwijtgespeeld. De tweede ingangspoort van het sportcomplex is al vele jaren dicht. Toeschouwers konden immers in betere tijden het terrein bereiken via een tweede ingang, gelegen naast café De Watermolen. De staanplaatsen achter het bovenste doel, alsook de lange gradins langs de zijkant van het terrein zijn overgeleverd aan de natuur. Gras, struiken en jonge boompjes hebben de plaats van de vele toeschouwers van weleer ingenomen en hebben de hele FC Brakel-accomodatie een beetje op een andere manier mooi gemaakt. Het is echter een schril contrast met de glorierijke dagen, met de vele wedstrijden waar minstens duizend toeschouwers aanwezig waren. Erg hoge aantallen in die tijd voor een regionale club in de Eerste provinciale. Meerdere topwedstrijden werden zelfs achter de watermolen beslecht in de aanwezigheid van meer dan tweeduizend toeschouwers. Voor de historische topmatch tegen Aalter, anno 1977, werd de aanwezigheid van ruim 3000 voetballiefhebbers opgetekend. Voor een derby met OLSA passeerden ooit eens 3300 toeschouwers de FC Brakel-kassa. Ook het terrein aan de Koningsbronnen stond in vroegere tijden jarenlang synoniem voor vele wedstrijden met grote volkstoeloop.
De cornervlag van FC Brakel vervangen door een heuse boom (foto anno 2018).
Bij de oudere voetbalgeneratie worden nog heel wat supportersverhalen opgehaald. Dat dit nog ver terug gaat blijkt uit het feit dat er anno 2018 nog mensen zijn die verhalen opdissen over de tweede helft van de jaren veertig. Gaston Vonck bijvoorbeeld, een speler uit de jaren veertig van FC Nederbrakel, is anno 2018 nog steeds bekend bij de oudere FC-supporters.
Alhoewel het anno 2018 reeds meer dan vijftig jaar geleden is, leven er ook nog veel herinneringen verder aan de voetbalavonturen van FC Nederbrakel op het terrein aan de Koningsbronnen. Dit verdwenen terrein was destijds tot rond 1967 dan ook het strijdtoneel van vele memorabele veldslagen. Van recentere datum, meer bepaald vanaf 1967, dateert het voetbalgebeuren op de terreinen aan de Watermolenstraat. De opgehaalde supportersverhalen handelen over de tijd dat andere ploegen zich met schrik op weg begaven naar het FC Brakel-terrein aan de Watermolenstraat, over de tijd dat alle straten in heel de omgeving afgeladen vol stonden met auto’s, over de tijd dat de niet-voetballiefhebbers door de drukte op zondagnamiddag wisten dat FC Brakel weer eens ‘thuis’ speelde, over de tijd dat je van ver de weergalm van het gejuich en het gejoel kon horen als FeeCee weer eens een bal tegen de netten had geprikt. Het was de tijd dat het in de rij drummen was om aan een ticket te geraken en dat je je beter een ticket op voorhand aankocht in één van de supporterslokalen. Vele wedstrijden waren in die tijd dan ook kaskrakers van jewelste. De staanplaatsen achter het de bovenste doel waren dan volledig volzet, de gradins langs de zijkant puilden uit van het volk. Achter de omheining met betonplaten stonden verschillende rijen volk na elkaar waarbij de mensen op de laatste rij zich wel erg moesten rekken om een glimp van het voetbalgebeuren op te vangen. Het was de tijd dat je tijdens de rustpauze geen drankje kon bemachtigen en dat je al de moeite van de wereld had om je een weg te banen doorheen de kantine, vertrekkende aan de voordeur tot aan de achterdeur. Het was de tijd dat er vele zondagen waren dat de Markt en de kerktoren niet meer het centrum van Nederbrakel uitmaakten, maar dat je daarvoor op de FeeCee aan de Watermolenstraat moest zijn. Het voetbalplein zou er in zijn hoogdagen uitgroeien tot een waar bedevaartsoord. Iedereen wou er zijn, zelfs niet-voetballiefhebbers kwamen mee van de bedwelmende sfeer genieten. Door de luidspreker op het dak van de kantine weergalmde meermaals de stem van omroeper met de boodschap dat er weer ergens in één of andere straat een auto verkeerd geparkeerd stond. De nummerplaat werd meerdere keren afgeroepen en de eigenaar diende dringend zijn wagen te verplaatsen. In Brakel reden ook heel wat auto’s rond met op de onderkant van de achterruit een roodzwarte klever met de tekst “ SUPPORTER FC BRAKEL”. Ook de kleine roodzwarte stoffen hangertjes die je in je auto kon bevestigen aan de achteruitkijkspiegel waren erg in zwang. Een jeugdverantwoordelijke van de FC Brakel zette de jeugdspelers er zelfs toe aan om zo’n hangertje boven het bed te hangen. Anno 2018 zijn er al heel wat telgen uit de Brakelse jeugd die niet eens meer weten dat FC Brakel ooit bestond, laat staan dat ze nog weten dat deze club ooit de plak zwaaide te Nederbrakel en ver erbuiten.
Op en rond de FeeCee was er tijdens de grote tijden wel altijd iets te beleven. Naast de sportieve prestaties waren er de vechtpartijen tussen de spelers en de confrontaties tussen de rivaliserende supporters met scheldpartijen en verbale dreigementen. Er was een omkoopschandaal. Een scheidsrechter werd na een wanprestatie meer dan eens na de wedstrijd door supporters opgewacht en diende onder politiebegeleiding ontzet te worden. Aan de Koningsbronnen werd ooit een scheidsrechter in de vijver gegooid. De legende wil zelfs dat er heel wat scheidsrechters in die vijver terechtkwamen. Telkenmale een scheidsrechter een wedstrijd op de FeeCee had gefloten die niet naar de zin was verlopen van de supporters, stond hem dit lot te wachten. Jaren nadat FC Brakel het plein op de site van de Koningsbronnen had ingeruild voor de accomodatie aan de Watermolenstraat, werd naar verluidt uit de vijver aan de Koningsbronnen nog een karper opgevist met een scheidsrechtersfluitje in zijn maag.
Het FC Brakel-bestuur vernam eens het overlijden van een erg trouwe supporter. Als eerbetoon liet men vóór de match de aankondiging van zijn overlijden door de luidspreker weergalmen. Niets was echter minder waar, want de man zat springlevend in de tribune. Blijkbaar betrof het een grap van één of andere farceur.
Toen tijdens een andere wedstrijd de bal eens een eind buiten het veld werd getrapt, eiste de scheidsrechter onmiddellijk een andere bal op. Een FC-afgevaardigde gooide dan maar de meest dichtstbij gelegen bal in de richting van de scheidsrechter. Deze bal had echter bovenaan een opening, was bevestigd aan een koord en bovendien gevuld met water. Hilariteit alom op en rond het veld want het betrof de bal van de FC-verzorger die gebruikt werd om een gekwetste speler met een spons vol water wat op te lappen.
In vroegere tijden was er te Nederbrakel een kapper die bekend stond als een fanatieke FeeCee-supporter. Het was nog de tijd dat je bij hem je haar kon laten knippen zonder een afspraak te moeten maken. Veelal zaten er dan ook verschillende mensen in de rij te wachten. Van verveling was geen sprake want er kwam daar van alles en nog wat ter sprake, ook het voetbal op de FeeCee. Als het over de FeeCee ging werden er naar het schijnt tijdens de discussies nogal kloppen op gegeven. Soms werd het naar verluidt zo erg dat de kapper van woede in zijn schaar beet als de FeeCee had verloren.
In de Driehoekstraat te Nederbrakel bevond zich destijds een herberg waarvan de uitbaters en de vele bezoekers een bijzonder uitgesproken sympathie voor FC-Brakel hadden. De herberg had langs de achterkant een tuin van waaruit je het voetbalplein van rivaal OLSA Brakel kon zien liggen. Als FC Brakel afzakte voor de derby op OLSA waren er altijd wel FC-supporters die geen voet wilden zetten op het OLSA terrein. Een ticket kopen was dan ook totaal uit den boze. Ze vonden er niet beter op om op het dak te kruipen van een bijgebouw van de herberg. Het als tribune dienstdoende dak was eens zodanig bezet door FC-supporters dat het hele zaakje gewoon instortte. Dit tot jolijt van de vele omstaanders. Wie uiteindelijk de reparatie diende te doen en wie de kosten op zich moest nemen is niet direct bekend.
In de late jaren 60 werd het nieuwe FC-terrein aan de Watermolenstraat afgekeurd door de vele modder en wateroverlast. De club diende toen uit te wijken naar het voetbalplein van buurdorp Zegelsem. Het FC-bestuur had aan de toenmalige pastoor gevraagd om dit in de weekendmissen af te roepen zodat iedereen wist dat men naar Zegelsem moest gaan om de FeeCee aan het werk te zien. Dit was echter niet naar de zin van een toenmalige bekend OLSA-bestuurslid die in één van de missen aanwezig was. Onder het toeziend oog van de vele kerkgangers verliet hij onmiddellijk het kerkgebouw.
Tijdens één of andere grimmige en stugge match vloog de bal eens ver weg buiten. Een FC-speler vroeg onmiddellijk een andere bal aan de bezoekende trainer, want die had er één dicht bij hem liggen. Deze vond er echter niet beter op van de bal inderdaad richting de speler te gooien, maar dan wel op zo’n manier dat de bal een heel eind achter de speler terechtkwam. Deze laatste ontstak in woede, greep ogenblikkelijk de waterkabas van de verzorger en goot het water in het gezicht van de bezoekende trainer. De al onder spanning staande sfeer op en rond het veld ontaardde volledig. De scheidsrechter had alle moeite van de wereld om de tumultrijke wedstrijd opnieuw onder controle te krijgen. De FC-speler kreeg rood en diende het veld te verlaten.
Een erg bevreemdend verhaal uit de overlevering is het volgende : ten tijde van de allereerste aankomende derby tussen OLSA en FC Brakel vroeg iemand uit de OLSA-entourage in een plaatselijk café op het marktplein te Nederbrakel aan de aldaar aanwezige FC-supporters of die er wel zeker van waren dat hun keeper in de goal zou staan tijdens de derbymatch. De FC-sympathisanten gaven als antwoord dat ze echt niet inzagen waarom hun keeper die match niet zou spelen. De man van OLSA bleef echter maar verschillende keren herhalen dat hij daar allemaal nog zo zeker niet van was. Op de dag van de derby zou kort na de middag de FC-keeper het bestuur van FC Nederbrakel op de hoogte brengen dat hij niet kon spelen. Hij was bij hem thuis namelijk slachtoffer geworden van een ongeval. In allerijl diende de FC-entourage zijn reservekeeper op te trommelen. Deze diende voor de allereerste keer te debuteren in de eerste ploeg, onmiddellijk tegen OLSA en ook in een ploeg die op weg was naar de kampioenstitel. FeeCee promoveerde dat jaar immers naar de Eerste provinciale.
Ook aan het clubblad van FC Brakel kwam een einde. Het blad bestond uit een afwisseling van wedstrijdverslagen, reclamebladen van de adverteerders en allerlei nieuws met betrekking tot de club. Jarenlang werden de teksten gestencileerd en vervolgens tot een boekje samengebracht. Velen leden schreven al eens een verslag, was het niet van de eerste ploeg, dan was het van een jeugdploeg. Het was dan ook telkens een hele karwei om de samenstelling van het boekje tot een goed einde te brengen. De uitgifte gebeurde in principe vóór elke thuiswedstrijd. Bij gebrek aan vrijwilligers en inspiratie tot het schrijven van de teksten diende de club uiteindelijk de uitgifte van het ooit hoog aangeschreven clubblad stop te zetten. Het waren gouden tijden voor de clublokalen “ André Schittecatte”, “café De Watermolen” en “Labrieze”. Ook verschillende andere cafés in de omgeving pikten overvloedig hun graantjes mee. De langzame teIoorgang van FC Brakel luidde voor verschillende van deze staminées het begin van het einde in. Het zou allemaal wat doods worden in de Watermolenstraat. Tijdens de grote dagen werd er na iedere wedstrijd in de kantine door veel sympathisanten nog uren nagepraat over de geleverde prestaties op de grasmat. Tussen pot en pint werd de afgelopen wedstrijd aldaar meestal nog eens overgespeeld, soms zelfs meer dan eens. Er werd vooruitgekeken naar de komende wedstrijd(en) en de pronostieken werden reeds grondig voorbereid. Onnodig te vertellen dat de tapkranen van het clubhuis onophoudelijk functioneerden en de bierhandelaars gouden zaken deden. Het waren onvergetelijke tijden voor de supportersclubs en de spionkop, die FC Brakel overal vergezelden en vocaal steunden.
Voetballiefsupporters van andere ploegen die vroeger naar FeeCee afzakten, bewaren eveneens mooie herinneringen aan het treffen, zowel op het veld als ernaast. Dienaangaande heeft een Club Ronse supporter het op een website over het feit dat de derby met de FC Brakel de sfeervolste en de pittigste wedstrijd was van heel het seizoen. Eind de jaren zeventig en de eerste helft van de jaren tachtig keek iedereen daar naar uit. En of hij gelijk heeft …Verder heeft hij het nog over het kapelletje aan de ingangspoort, geverfd in roodzwarte clubkleuren van FC Brakel, ook over de toegangspoort zelf, voorzien van een soort gietijzeren boog genre Anfield Road. Op de website staat verder nog te lezen dat de sfeer op FC Brakel veel intenser was dan deze bij dorpsgenoot OLSA. Op een blog over Club Ronse verhaalt men ook nog over het feit dat het vooral de wedstrijden tegen FC Brakel waren die de sfeer uit vervlogen tijden in het park Lagache te Ronse deden herleven. De toeschouwersaantallen tijdens de wedstrijden Club Ronse – FC Brakel liepen op tot 3500 betalenden (in de Eerste provinciale).
FC Brakel tegen de bezoekers blijft voor altijd 0-0 (foto anno 2018).
Aan de watermolen wordt het echter nooit meer als vroeger…De teloorgang van de voetbalclub FC Brakel is en blijft een lelijke kras op het collectieve geheugen van de oudere generatie voetbalsupporters in Brakel. Als voetballiefhebber en ex-voetbalspeler vergeet je ook nooit de voetbalclub, waar je meestal met je vader voor het eerst naar een wedstijd ging zien. Als er daarna nog vele wedstrijden volgen en je het geluk had om de gloriedagen van een club intens te mogen beleven, dan wordt dit de club van je leven. Als je er dan bovendien tijdens je jeugdjaren elke week bent geweest om te trainen, als je de jeugdreeksen doorliep, een tijd meespeelde met de reserveploeg en al eens mocht proeven van voetbal met het eerste elftal, dan ben je helemaal verknocht. Zo’n club maakt deel uit van je identiteit en opeens ben je dat dan kwijt. Voetbal blijft dan ook altijd wel een beetje emotie…
Clublied FC Brakel,
supportersclub Rood-Zwart
(tekst Ronsse – De Staercke)
Refrein
We zijn de kampioenenploeg
Eh vivan de FC
En op het plein en in de kroeg
Eh vivan de FC
We zijn de beste van ’t seizoen
Eh vivan de FC
Er is nu niets meer aan te doen
We worden kampioen.
Elke zondag staat de ploeg klaar om te spelen
ze zal weer winnen dat weet toch iedereen
en we kunnen ons de zondag niet vervelen
nee we laten onze makkers niet alleen
we zijn zo aan ons clubje vastgeklampt
dat temperament veroverde ons hart.
Refrein
Heel het veld is rood en zwart van onze spelers
de tegenstrevers die zijn toch al zo moe
een partijdig arbiter gaat ons tegen
en dan roepen we allemaal ahoe
al stuurden ze ons ploegje naar de maan
de FC ploeg zal steeds blijven bestaan.
Refrein